Stel: je wil een boek schrijven maar je hebt geen idee hoe of waar te beginnen. Een boek is dan ook dik, en er is zo veel om rekening mee te houden. En waarover, in godsnaam wààrover moet je nu gaan schrijven?
Dan heb ik een leuk ideetje voor jou:
begin eens met een personage te verzinnen. Het hoeft nog niet jouw hoofdpersonage te zijn, maar het wordt vast iemand die in jouw verhaal zal voorkomen. Hoe of wat, dat weet je nu misschien al, maar dat kan je ook gewoon later beslissen.
Maak dan een moodboard. Zoek foto's in tijdschriften of online van dingen die helemaal bij jouw personage passen. Ikzelf vind altijd veel inspiratie op Unsplash en op Pixabay. Twee sites waar je gratis foto's kan downloaden.
Stel jezelf de volgende vragen: hoe ziet jouw personage eruit, welke kleren draagt ze, hoe leeft ze en welk werk doet ze? Wat is haar lievelingseten, lievelingsdrankje en heeft ze een guilty pleasure? Welke hobby's heeft ze en wie zijn haar vrienden? En ga zo maar door.
Moet dat nu echt, hoor ik je denken. Wel ja, toch wel. Je wil het niet meemaken dat jouw personage je verhaal binnenkomt als bakker en weer naar buiten wandelt als boekhouder. Tenzij daar een carrièreswitch aan te pas gekomen is, uiteraard. Geloof mij: om een volledig boek te schrijven, moet je je personages echt wel door en door kennen.
Geen held met foto's? Natuuuuuurlijk mag je je ideeën ook uitschrijven. Dit is een schrijftip weet je nog? Hou er wel rekening mee dat dit geen onderdeel van je verhaal wordt. Het is een slechts geheugensteuntje, maar dan wel een heel belangrijk.
Ik zie en lees graag jouw creatie!
En ja hoor, jouw personage kan zeker M/V/X zijn.
Als ik mensen vertel dat ik schrijf, dan antwoorden ze mij regelmatig: "ik schrijf ook wel graag, maar ik heb er zo weinig tijd voor." Veel mensen worstelen met wat ik in het begin ook ervaarde. Wanneer schrijf je, en waarover?
Weldra breekt de zomervakantie aan, en hoewel twee maanden vakantie eerder een utopie is als je geen acht meer bent, hebben veel mensen toch wel iets meer tijd voor hobby's. Dat bracht me op het idee om hier iets mee te doen. Als ik nu eens een zomerbingo zou maken...
Eh voilà, hier is hij dan, die zomerbingo! Zestien vakjes met activiteiten om gedurende twee maanden af te vinken. Er zijn lees- en schrijfervaringen bij, maar evengoed activiteiten die je tot rust en hopelijk inspiratie geven.
Natuurlijk ben ik benieuwd naar jouw ervaringen en creaties. Hou me zeker op de hoogte! Stuur een berichtje naar
Klik hier om de zomerbingo gratis te downloaden.
De laatste tijd dwaalt er een vreemd soort zenuwachtigheid in mij rond. Een kriebelende onrust die me ’s morgens vroeg al wakker schudt en me aan alles herinnert wat er nog op mijn denkbeeldige to do-lijstje staat. Ik ben geen lijstjesmens. Ik heb helemaal geen to do-lijstje. Ik reken op mijn geheugen om te weten wat er nog op de plank ligt. En anders word ik er ’s morgens wel wakker van. Of nu toch.
“Sporten”, zeggen therapeuten. “Wandelen. Lopen. Als het maar beweegt. Dat brengt het gemoed tot rust.” En zo trok ik vanmorgen mijn looptenue aan en begaf me op pad voor een toertje. Een kleintje, want het regende, en er was nog zoveel te doen.
Maar de activiteit mocht zijn effect niet missen en bovendien kijkt die loopapp over mijn schouder mee. Ik breide er dus nog een extra lusje aan en liet de ideeën vrolijk stromen, samen met de regen. Van lesideeën tot het plot van boek 3. Straks zou ik er stevig invliegen!
Weer thuis een uurtje, tong op de tenen en kramp in de benen, maar geen probleem: een verkwikkend doucheke, een hartige hap en die bergen zou ik in de namiddag wel verzetten. Een ochtendloper heeft toch emmers energie voor de hele dag?
Toch maar eerst die sudoku’s in de krant, en dan begin ik eraan. En dan oh, dat artikeltje moet ik nu echt eerst effe lezen. Piekeren over al het werk doe ik morgenochtend wel. En dan loop ik nog een toertje. Een kleintje dan. Om energie te hebben voor de hele dag.
Photo by lucas Favre on Unsplash
Daar zat ik dan, fier achter mijn laptopke, de eerste regels van Mijn Boek te tokkelen. Ik beschreef het sfeer scheppende beeld van een oude man die bij het haardvuur – natuurlijk bij het haardvuur – een tipje van de mysterieuze sluier van zijn leven optilt, terwijl zijn kinderen en kleinkinderen met fonkelende ogen en open mond zitten te luisteren. Goed voor een bladzijde of twee. En toen? … en toen … eh, ja wat eigenlijk? Zucht. Ik was nog maar goed en wel begonnen en ik zat al vast.
De sfeer heeft me de weg gewezen: het haardvuur van een huisje in het bos. In een immens groot bos. En de man hoorde vertelstof genoeg te hebben om die kinderen en kleinkinderen een heel boek lang te blijven animeren. Zo werden het gasten van de waard in zijn herberg, gelegen midden in een onmetelijk groot bos, dat daarbovenop nog een groot mysterie met zich meedroeg.
En voilà, nu was ik echt vertrokken.
Na een aantal hoofdstukken wilde ik toch wel eens weten wat een professioneel oog ervan dacht en begon uitgeverijen aan te schrijven. En toen waren we weer wat verder weg van huis. Elke uitgeverij heeft zo haar eigen wensen over het insturen van manuscripten. Lettertype zus, interlinie zo, met synopsis, of liever met beschrijving van de personages. Of allebei. En beschrijving van de plaats. Oh ja en ook het thema niet vergeten. Over een ding waren ze het wel allemaal eens: door de veelheid aan inzendingen moet je rekening houden met een beoordelingstijd van 3 à 4 maanden.
De moed zonk me tot onder de sloffen. Zeker als na die 3 à 4 maanden geen antwoord kwam. Of een negatief. Zo gaan de jaren snel natuurlijk. Gelukkig had ik een aantal supersympathieke testlezers, die mij wel aanmoedigden vooral verder te schrijven. De schouderklop die ik nodig had: ik liet mijn fantasie lekker los en het embryoverhaal van in het begin, werd langzaam maar zeker een foetus.
Photo by Oxana Lyashenko on Unsplash
Time flies when you’re having fun. Of ‘… if you keep busy’. Ik huppelde al een aantal jaren vrolijk rond met mijn onderwijsdiploma op zak. De vage wens “ooit eens” een boek te schrijven was wisselend aanwezig. Vooral in de vakanties dook die op. “Waarover zou ik toch maar eens kunnen schrijven…?” vroeg ik me dan af. Ik had geen idee. Gek he? Te lang gewoon geweest van opgelegd materiaal te krijgen waarschijnlijk. Iemand stelde me voor een kinderboek te schrijven, maar dat was al even vaag: boek, kinderboek, …. Iemand anders suggereerde een schrijfcursus te volgen, wat ik alweer afketste. In mijn overmoed ging ik ervan uit dat ik wel wist hoe ik moest schrijven, alleen niet waarover.
Intussen groeide dat verlangen uit tot een drang. Een dwingende, smekende behoefte die me uiteindelijk, in augustus 2012 (!!!), achter mijn laptop duwde. “Ge wilt al zo lang schrijven, awel, schrijf!” En dat deed ik. Het enige dat ik in al die rusteloze ik-wil-schrijven-jaren had uitgedokterd was dat het verhaal zou draaien rond een zestal personen, van zeer uiteenlopende pluimage, die ‘door omstandigheden’ gedwongen werden om er samen voor te gaan. Dit aparte gezelschap bleef mij gedurende vier jaar trouw. Het Zwaluwnest werd in 2016 gepubliceerd.
In een volgende post vertel ik wat meer over de weg die ik al schrijvend heb afgelegd. Er zat tenslotte vier jaar tussen de kiem en de vrucht.
Fijne week alvast!
Photo by Jason Leung on Unsplash
Tijdens de lerarenopleiding koos ik onder andere voor de taalvakken Frans en Engels. Na mijn avonturen in het bedrijfsleven leek dat voor mij de meest logische keuze. Met het onderzoeken van de Franse literatuur ging voor mij een nieuwe wereld open. Ik verslond de verhalen van Franse monumenten als Victor Hugo en Alexandre Dumas, en ging helemaal op in de klassieke verhalen als Les Misérables, Tristan et Iseut en Candide. Ik herinner me dat ik er ’s nachts zelfs over droomde!
Aan elk boek was ook een schrijfopdracht gekoppeld, en zo ontkiemde het idee om ooit eens zelf een heel boek bij elkaar te schrijven. Dat idee bleef groeien, ook na mijn studies, tot het bijna een idee-fixe werd: “Ik. Wil. Schrijven!” Alleen had ik geen flauw idee waarover.
Photo by Aaron Burden on Unsplash
Mijn prille schrijfervaringen begonnen met gedichtjes, en later brieven. Vele en lange brieven tot ver na mijn studententijd. En toen werd ik redactielid van het interne bedrijfskrantje. Dat was eind jaren negentig, begin 2000. Naast mijn job in de administratie schreef ik columns en verslagen van activiteiten die we buiten het werk organiseerden. Toen er in de firma een officieel redactielid gezocht werd, had ik helaas niet het juiste diploma. Ik trok de bedrijfsdeur achter me dicht en omdat een carrière als thrillerauteur nog lang niet in mij was opgekomen, schreef ik me in voor de lerarenopleiding secundair onderwijs.
Photo by hannah grace on Unsplash
Tijdens mijn middelbare schoolperiode hield ik mijn pen vloeiend dankzij bladzijdenlange brieven naar mijn dierbaarste pennenvriendinnekes. Als inktbuisjes sigaretten waren, dan was ik een kettingrookster en nu, ruim dertig jaar later, hou ik er nog altijd warme vriendschappen aan over. Kan ook niet anders: we weten te veel van elkaar. Daarom nog een dikke dankjewel Adeke, Kate en Elske.
Helaas waren ze op school minder ruimdenkend: een opstel van x aantal woorden was een opstel, en geen gedicht met hetzelfde aantal woorden, dat nog eens rijmde op de koop toe. Een vakantieverhaal was geen beschrijving van een droom. Jammer voor hen. Het leven is zoveel leuker met een vleugje fantasie.
Photo by Annie Spratt on Unsplash
Mensen vragen me vaak hoe ik er eigenlijk op gekomen ben een boek te schrijven. Dat is inderdaad wel een verhaal op zich.
Ik was negen en we brachten onze gezinsvakantie door in de Provence. Inderdaad, dé place-to-be voor artiesten De warme zon - toen in België nog bekend als een trekvogel die enkel met veel geluk bij ons te zien was - prachtig gekleurde lavendelvelden – van de geur was ik helaas nooit echt fan - en keukenzicht op een pittoresk dorpje langs een rots. Ons moeder begon te tekenen, en ik zette me aan het dichten. En die gedichtjes werden een onnoemelijk succes binnen het geslacht Clément en aanverwanten. Sindsdien werden mijn versjes een vast onderdeel op familiegelegenheden. Of ik dat leuk vond of niet.
Photo by Auriane Clément on Unsplash- geen familie maar toeval bestaat niet
Copyright © Alle rechten voorbehouden